De prijs van groene ambities: kostenpost of kans?

Inkoopkosten stijgen wereldwijd in een rap tempo. Grondstofprijzen, transportkosten en arbeidslonen nemen toe. Tegelijkertijd neemt de regeldruk op het gebied van duurzaamheid toe, ondanks de eventuele verlichtingen uit het Omnibus-pakket. Bedrijven moeten voldoen aan strengere eisen rondom CO₂-reductie, circulariteit, due-diligence in de keten en diverse rapportageverplichtingen. Onderschat daarbij de invloed van (grote) klanten niet: zij blijven doorvragen om transparantie te creëren en data aan te leveren. Op het eerste gezicht lijkt dit een dubbele last voor organisaties. Maar is dat wel terecht?

Duurzaamheidsregels als zondebok?

Het is verleidelijk om de toegenomen duurzaamheidsregels als de schuldige aan te wijzen voor stijgende inkoopkosten. Certificeringen, audits en nieuwe processen kosten nu eenmaal geld. Toch ligt de werkelijkheid genuanceerder. De stijging van inkoopkosten is grotendeels het gevolg van mondiale economische dynamiek: geopolitieke spanningen, schaarste en inflatie. Duurzaamheidsregels zorgen eerder voor een herverdeling van kosten dan voor een pure stijging. De mogelijke impact van de handelsoorlog met de US laat ik hier zelfs nog buiten beschouwing.

Duurzaamheid als strategisch voordeel

Sterker nog, wie duurzaamheid strategisch benadert, kan kosten verlagen. Een circulaire benadering leidt op termijn tot minder afhankelijkheid van primaire grondstoffen. Leveranciers die voldoen aan duurzaamheidsnormen zijn vaak ook stabieler en transparanter, wat de risico’s verkleint. Bovendien dwingen duurzaamheidsregels bedrijven om beter naar hun keten te kijken: waar zit verspilling, waar zitten verborgen kosten? Dit leidt vaak tot slimmere inkoopstrategieën en meer grip op de supply chain.

Niet iedereen kan mee in het tempo

Toch mag het spanningsveld niet worden onderschat. Zeker voor mkb’ers zijn de toenemende regels soms overweldigend. Zij missen vaak de capaciteit om hier snel op in te spelen. Hier ligt een taak voor overheden en brancheverenigingen: zorg voor duidelijke kaders, realistische overgangstermijnen en praktische ondersteuning. De wetgever moet niet alleen eisen stellen, maar ook faciliteren. Brancheverenigingen kunnen partijen samenbrengen om schaal te creëren wat nieuwe business modellen economisch versneld rendabel zal maken.

Wat zegt het NEVI Inkooponderzoek?

Het tweejaarlijks NEVI Inkooponderzoek uit ’24 wat recent is gepubliceerd laat overigens zien dat wij er nog niet zijn. Ten aanzien van verduurzaming laat het onderzoek de volgende resultaten zien:

  • 15,3% van de respondenten zegt dat de organisatie waarvan zij deel uitmaken zich wezenlijk wil onderscheiden op het gebied van verduurzaming. In het vorige onderzoek (’22) was dat nog 18,8%. Waar je een stijging zou verwachten, zien wij hier een daling van 20%.
  • Gaf in 2022 nog 31,7% van de respondenten aan louter de wet- en regelgeving te volgen, nu is dat 41,4%. Dit cijfer zal mede zijn beïnvloed door de CSRD die vanaf ’24 en ’25 van toepassing zou zijn op veel organisaties. Deze is ondertussen afgezwakt middels het Omnibus-pakket. Het “louter voldoen aan wetgeving” is een minimale eis waaraan niet valt te ontkomen. Je kan dit op verschillende manieren interpreteren, maar op basis de eerste bullet zou je verwachten dat de duurzaamheidsambities zullen worden vertraagd, zo niet uitgesteld.
  • Duurzaamheidsaspecten waar de meeste aandacht voor is, zijn (in volgorde van belangrijkheid): 1. milieu en CO2-uitstoot/klimaatproblematiek, 2. energiebesparing, 3. social return, 4. grondstoffen/circulariteit en 5. behoorlijk bestuur.
  • Voor 6,7% is verduurzaming nog steeds nauwelijks een issue. Dat zal niet iedereen verbazen. Waarschijnlijk zegt dit eerder iets over de respondent, dan over de organisatie waar deze persoon voor werkt.

Volgens dit onderzoek blijven de stijgende inkoopkosten in relatie tot de kwaliteit hot-topic nummer 1. Kunnen wij dan concluderen dat de aandacht weer is verschoven naar kostenbeheersing en risico-mitigatie ten koste van duurzaamheid?

Die conclusie is lastig te trekken, want de koppeling tussen duurzaamheid, regeldruk en stijgende inkoopkosten is niet zwart-wit. De regels vergroten de complexiteit van het inkoopproces, maar bieden ook kansen om meer kostenbewust en toekomstgerichter te werken. Duurzaamheid is geen extraatje meer, maar een integraal onderdeel van strategische inkoop. Bedrijven die dit onderkennen en erin investeren, zullen op termijn juist kostenvoordelen behalen en hun concurrentiepositie versterken.

Duurzaamheid als hefboom voor betere inkoop

Kortom, in plaats van duurzaamheid als kostenpost te zien, zouden we het moeten beschouwen als hefboom voor betere inkoop — zowel economisch als maatschappelijk. Dat vereist visie, lef en samenwerking in de hele keten. Verder praten? Neem contact op.

Wij publiceren geregeld blogs. Niks missen?
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief

Lees ook:

CSRD en inkoop: zo maak je echt impact op duurzaamheid
Kleine stappen, grote verandering: consultant Judith Beckers-Leeuwis over duurzaam innoveren
7 slimme strategieën voor duurzame verpakkingen
LCA, de heilige graal?
Een belangrijk overzicht: ESG-wetgeving voor bedrijven in 2025
Duurzaamheid begint bij inkoop: klaar voor de CSRD?
DELPHI4-consultant Frits den Hartog over transities en procesoptimalisaties
Duurzaam inkopen in 2025: de sleutel tot toekomstbestendige groei
Duurzaam inkopen: waar sta jij?
CO2 meten in de supply chain